HomeVervrouwelijkingVaginaplastiek

Vaginaplastiek

Legenda

Wat is een vaginaplastiek
Wat is een vulvaplastiek
Voorbereiding op de operatie
De operatie en operatietechnieken
Complicaties en risico's

 

Opname, operatie, ontslag en nazorg
Thuis en nazorg
Adviezen voor thuis
Eindresultaat
Contact


Wat is een vaginaplastiek

Vaginaplastiek is een geslachtsbevestigende operatie voor transvrouwen, waarbij een vagina wordt gemaakt met het eigen weefsel. De vagina kan op verschillende manieren worden gemaakt. Welke techniek wordt gebruikt, hangt af van de lichamelijke kenmerken en wensen.

Na de vaginaplastiek dient u de vaginale holte altijd te moeten blijven onderhouden middels dilateren en inwendig spoelen om de functionaliteit van de vagina te behouden.

Bij een vaginaplastiek worden de testikels verwijderd. Het verwijderen van de testikels kan leiden tot vermindering van libido. Ook leidt dat tot definitieve onvruchtbaarheid.

Wat is een vulvaplastiek

De vulvaplastiek is een operatie waarbij een ondiepe vagina (zonder holte) wordt gemaakt van eigen genitale weefsel. Uiterlijk (dus aan de buitenkant) ziet een ondiepe vagina er wel hetzelfde uit als een vaginaplastiek. De vulvaplastiek heeft een kortere hersteltijd dan de vaginaplastiek. Omdat de vulva geen diepte heeft, is het niet in principe niet nodig de vulva  te spoelen of te dilateren.

Bij een vulvaplastiek worden de testikels verwijderd. Het verwijderen van de testikels kan leiden tot vermindering van libido. Ook leidt dat definitieve onvruchtbaarheid.

Een vulvaplastiek is een operatie waarbij een ondiepe vagina wordt gemaakt. Aan de buitenkant ziet deze eruit als een normale vagina met clitoris en schaamlippen, maar de binnenkant is maximaal 1 cm diep.

Verschillen met vaginaplastiek

  • Hersteltijd: een vulvaplastiek herstelt sneller dan een vaginaplastiek (penisinversie- of darmvaginaplastiek).
  • Niet spoelen of dilateren: Omdat de vulva geen diepte heeft, hoeft de vulva niet gespoeld of gedelitateerd te worden. Alleen na de operatie worden de wonden gespoeld tot ze dicht zijn.

Bekkenfysiotherapie  

Het is wenselijk om voor de vaginaplastiek operatie een bekkenbodemfysiotherapeut te consulteren. De bekkenfysio-therapeut leert actief en bewust de bekkenbodemspieren te ontspannen. Soms blijken de bekkenbodemspieren onbewust aangespannen te worden en is het moeilijk om ze bewust te ontspannen. Het is belangrijk om bewuste controle over de bekken-bodemspieren te hebben om goed te kunnen (uit)plassen en ontlasten. Bovendien is ontspanning van deze bekkenbodemspieren na de operatie heel belangrijk bij het dilateren (het openhouden van de vaginaholte) en ter bevordering van de wondgenezing. 

Voorbereiding op de operatie

Voor een veilige operatie en het beste resultaat is het belangrijk dat u niet rookt en een gezond gewicht heeft met een BMI-waarde > 18 en ≤ 30. Ook moeten uw testosteronwaarden voldoende zijn gedaald (<2 nmol/L). Het is belangrijk dat het genitale gebied permanent is onthaard.

Alle voorwaarden en verdere toelichting staan in onze brochure die meegegven wordt voor de operatie.  Daarin staat ook informatie over dingen die alvast aangeschaft kunnen worden als voorbereiding op de periode na de operatie, zoals een dilatatie set.

Alvast aanschaffen 

Als voorbereiding op (de periode na) de operatie kunt u alvast een aantal dingen aanschaffen: 

  • Katoenen maandverband, zonder chemicaliën. Bij voorkeur een huismerk of van bijvoorbeeld het merk Kotex. 
  • Wijd (loszittend) ondergoed of een netbroekje. 
  • Extra handdoeken en schoon beddengoed voor thuis. Wij adviseren oud beddengoed, i.v.m. eventuele vlekken door vocht- en bloedverlies. 
  • Paracetamol. Eventueel ibuprofen (in dat geval is er ook een maagbeschermers nodig). 

De operatie en operatietechnieken

Bij Gender Clinic doen we verschillende operatietechnieken. De operatie duurt, afhankelijk van de techniek, 1 tot 3 uur. De opnameduur is 3-5 nachten. 

Penisinversie vaginaplastiek

De penisinversie vaginaplastiek kan worden uitgevoerd als de penishuid voldoende lengte en omvang heeft (meestal volstaat een penis van gemiddelde lengte en breedte). Bij deze operatietechniek wordt de vagina gemaakt van de huid en onderliggend weefsel van de penis.

Vaginaplastiek met huidtransplantaat

De vaginaplastiek met huidtransplantaten wordt uitgevoerd als de penis te klein is om een vagina met voldoende diepte te maken. Bij deze operatietechniek wordt er gebruikgemaakt van huidtransplantaten, zoals een stukje huid van de balzak, liezen of onderbuik. Deze huid is meestal in ruime mate aanwezig.

Vulvaplastiek

Bij de vulvaplastiek wordt een ondiepe vagina gemaakt van de huid en het weefsel van de penis. Er wordt géén vaginaholte gemaakt. De operatie wordt uitgevoerd door een plastisch chirurg.  Tijdens de operatie brengt de chirurg eerst een urinekatheter in via de plasbuis. Een urinekatheter is een slangetje waardoor urine wordt afgevoerd. Daarna verwijderen we de zaadballen.

Vervolgens maken we een kleine opening in de spier van het perineum. Dit is nodig om de vulva er aan de buitenkant uit te laten zien als een echte vulva. Maar de snee is niet diep.

Vervolgens maakt de chirurg de huid van de penis los van de penis. Alleen het gedeelte dat aan de kant van de schaamheuvel zit, blijft vastzitten. Van de top van de penis en de voorhuid worden de clitoris en de kleine schaamlippen gemaakt. Doordat de chirurg hiervoor de bestaande zenuwbaan en bloedvaten gebruikt, blijft u hier gevoel in houden. De plasbuis wordt vrijgemaakt en ingekort tot aan de nieuwe ingang en vastgehecht. Ook wordt het zwellichaam verwijderd.

De huid van de penis wordt vervolgens ingekort, omgeklapt en vastgehecht, zodat dit er uitziet als een vagina (maar zonder de holte). Van de huid die over is van de penis worden de buitenste schaamlippen gemaakt.

Rondom de operatie

Complicaties en risico's tijdens en na de operatie

Tijdens of na de behandeling kunnen er onbedoelde medische problemen (‘complicaties’) ontstaan, ook al is de operatie op de juiste manier uitgevoerd. Complicaties zijn bijvoorbeeld een nabloeding, afstervend weefsel en plasproblemen. Hoe groot de kans op complicaties is, hangt samen met de gezondheid en de gebruikte techniek.

Overzicht van de complicaties


Pijn
Net als na elke operatie is er sprake van pijn en zijn er ongemakken na de vaginaplastiek operatie. Paracetamol helpt vaak goed. Pijnstillers helpen echter niet voor pijn rondom de clitoris. Deze zenuwpijn begint ongeveer een maand na de operatie en zal na ongeveer drie maanden afnemen.

 

Afstervend weefsel (necrose)
Als huid niet goed doorbloed wordt, sterft het af. Dit komt met name voor bij de binnenste schaamlippen. Rokers hebben hier een verhoogde kans op. Soms is het tijdens een operatie al te zien en wordt de doorbloeding gelijk verbeterd. Soms treedt het na de operatie op. Meestal herstelt het vanzelf, soms is er een hersteloperatie nodig.


Open gaan wonden
Wondjes kunnen open gaan. Bijvoorbeeld als hechtingen vroegtijdig loslaten of oplossen. De wond moet goed verzorgen; opnieuw hechten is niet mogelijk.

 

(Na)bloeding
Dit treedt meestal op direct na de operatie. Afhankelijk van de ernst is soms een tweede operatie noodzakelijk om de bloeding te stelpen.


Infectie
Hoewel er schoon (steriel) wordt gewerkt, is er altijd een kans dat er bacteriën in de operatiewond komen. Ook thuis kan dit gebeuren. Daarom is het belangrijk dat de wonden goed verzorgd worden. Als de huid rond de wond warm en rood wordt, als er viezigheid uit de wond komt of als er sprake is van koorts, kan dat duiden op een wondinfectie en moet er contact opgenomen worden met de plastisch chirurg.

 

Vernauwde plasbuis (stenose)
Een aantal weken of maanden na de operatie kan vernauwing (stenose) van de uitgang van de plasbuis optreden. Daardoor kan plassen moeilijk gaan: de straal wordt slapper en er moet harder geperst worden. Stenose worden behandeld door ze gedurende een aantal weken of maanden regelmatig op te rekken, in een aantal gevallen is een operatie nodig.


Wild vlees (hypergranulaat)
Het ontstaan van hypergranulaat, ook wel wild vlees, is een veelvoorkomend probleem. Het is onschuldig, maar het geeft veel vocht- en soms bloedverlies. Het kan ruiken en geeft pijnlijk ongemak. Het is eenvoudig te behandelen.

 

Moeilijk plassen (katheter)
Na het verwijderen van de katheter kan het plassen moeilijk gaan. In dat geval wordt opnieuw, tijdelijk, een katheter aangebracht.

Opname, operatie, ontslag en nazorg

De dag voor de operatie

U mag de avond voor de operatie na 24.00 uur niets meer eten of drinken, tenzij u andere instructies heeft gekregen. Tot 6 uur voor de operatie mag u nog wel een slokje water drinken.

U mag u geen ondergoed of sokken aanhouden onder de operatiejas. Sieraden, piercings en gebitsprothesen/gebitsplaatjes moet u uitdoen en een eventueel haarwerk moet af.

Dag van opname

De dag van de operatie wordt u opgenomen in onze kliniek. U krijgt informatie over de opname en er wordt bloed geprikt. De plastisch chirurg komt bij u langs en u krijgt een injectie met bloedverdunners, ter voorkoming van trombose (bloedpropje). Deze krijgt u gedurende de opname iedere dag. (is dat zo?) Ook start u met het drinken van een laxerende vloeistof (laxantia).

De dagen na de operatie (in onze kliniek)

Na de operatie moet u één dag in bed blijven liggen. U mag wel rechtop zitten en op uw zij liggen met een kussen tussen de benen. Lichamelijke verzorging doet u op bed; de verpleegkundige kan u daarbij helpen. Uw bloed wordt geprikt. Uw wond wordt vanaf nu tweemaal per dag door de verpleegkundige gespoeld.

Twee tot drie dagen na de operatie mag u beginnen met bewegen: u kunt naar het toilet gaan en proberen te douchen. Heeft u wonddrain(s)? Dan wordt bekeken of ze verwijderd kunnen worden. Na vier dagen kunt u proberen om uw dagelijkse verzorging en de verzorging van de wond zelfstandig te doen. Na vijf dagen wordt de urinekatheter verwijderd en ook eventueel de ingebrachte tampon. Vervolgens wordt met een speculum ('eendenbek') in de vagina gekeken.

Na het verwijderen van de katheter moet u goed kunnen plassen. Daarom wordt uw blaas gescand om te kijken of de blaas goed is geleegd. Als het niet lukt om de blaas (voldoende) te legen, dan wordt de katheter teruggeplaatst. Na ongeveer twee weken wordt de katheter dan alsnog verwijderd.

Heeft u een penisinversie-vaginaplastiek gehad? Dan krijgt u uitleg over het open houden (dilateren) en inwendig spoelen van de nieuwe vagina.

Bij ontslag

Zodra u het spoelen en het dilateren van de vagina goed kunt uitvoeren en goed kunt plassen, mag u in principe naar huis. De arts zal dit aangeven.

Nazorg

Twee à drie weken na de operatie heeft u een afspraak voor controle bij een arts of physician assistant.

U krijgt materiaal mee voor het inwendig spoelen van de vagina. Zo nodig krijgt u recepten mee voor medicijnen. U kunt uw medicijnen direct ophalen bij uw eigen apotheek.

Verkorte opname inclusief terugkom dag

Onder bepaalde voorwaarden is een verkorte opname mogelijk. De plastisch chirurg bespreekt dit voor de operatie. Op dag 2 kan gestart worden met mobiliseren en op dag 3 volgt ontslag. Op dag 5 is er een terugkom dag voor uitpakken en dilateren.

Thuis en nazorg

Na een vaginaplastiek heeft de vagina veel aandacht en verzorging nodig. Er is nog sprake van pijn en ongemakken.

Aandachtspunten

Spoel het wondgebied tweemaal per dag met een lauwe douche schoon en dep het droog.

Over de hechtingen

De hechtingen lossen verloop van tijd (weken tot maanden) vanzelf op. Het kan gebeuren dat de hechtingen loslaten en de wondranden daardoor wat gaat wijken, de wond gaat dan een beetje open staan. Dat noemen we wonddehiscentie. Dit gebeurt vaak rondom de ingang van de vagina of vulva, want daar is de huid snel vochtig en staat de huid onder spanning. Na enkele weken groeit de wond vanzelf dicht.

Vocht en bloed rondom de wond

Zolang er wonden zijn, lekt er wondvocht met soms wat (oud) bloed. Dit stopt vanzelf als de wonden zijn genezen. Maandverband kan gebruikt worden om het wondvocht op te vangen. Wissel dit regelmatig. Wanneer mogelijk is het beter om de wond aan de lucht te drogen.

Zit er een geel laagje op de wond? Spoel dit dan niet weg! Het is geen pus, maar het zijn eiwitten die de wondgenezing bevorderen.

Afstervend weefsel en onaangename geur

Er kunnen kleine stukjes huid van de schaamlippen en/of de vagina afsterven. Dat kan een onaangename geur geven. Er ontstaan dan wonden die ook weer genezen. Houd het gebied goed schoon zoals hierboven beschreven. Geen zorgen over het afstervende weefsel: het proces breidt zich niet uit.

Ook als er wonden ontstaan is voldoende beweging belangrijk en dat er doorgegaan wordt met dilateren.

Secundaire correcties 

Er kunnen redenen zijn waarom u na de operatie nog niet geheel tevreden bent met het uiterlijk dan wel functionele resultaat van de vaginaplastiek. Samen met uw behandelende plastisch chirurg kunt u hierover spreken. Deze zal u vertellen of een eventuele ingreep tot verbetering van het resultaat kan leiden. 

Afhankelijk van de grootte en uitgebreidheid van de ingreep zal deze soms onder lokale verdoving kunnen worden uitgevoerd, dan wel een operatie onder narcose noodzakelijk zijn. 

Nacorrecties worden in principe niet binnen 6 maanden na de eerste operatie  
uitgevoerd.

Adviezen voor thuis

Eenmaal weer thuis is het belangrijk voor het herstel om een aantal adviezen op te volgen. U moet nog wekenlang herstellen. Houd hiervoor ongeveer 6 weken aan. U moet de wonden zelf verzorgen!

  • U mag de eerste 6 weken niet zwaar tillen of intensief sporten. Blijf wel bewegen en wandelen, dat helpt bij uw herstel.
  • Fietsen zal de eerste drie maanden niet gaan, u voelt zelf aan wanneer dit weer mogelijk is.
  • Zitten kunt u het beste op een harde stoel: dat geeft tegendruk. Tegendruk vermindert de zwelling en verbetert de doorbloeding.
  • Kort douchen kan, maar u mag niet in bad, zwemmen of naar de sauna totdat de wonden zijn genezen.

Wacht nog even met seksuele activiteiten. Eerst moeten de wonden volledig genezen. Leer eerst uw eigen, nieuwe genitaal kennen voordat u iemand anders toelaat.

Pijnstillers en medicatie

Pijnstillers - Vaak is paracetamol (maximaal 4 x 1000 mg per dag) voldoende om pijn/ ongemakken te onderdrukken. Paracetamol geeft het meeste effect als u het op vaste tijden inneemt. Is paracetamol niet voldoende? Dan krijgt u een recept mee voor extra pijnstilling.

  • Recepten ophalen
    Het recept kunt u bij uw eigen apotheek afhalen.
  • Hormonen
    De oestrogenen mag u blijven gebruiken zoals u voor de operatie deed. U mag stoppen met de testosteronremmers.

Plassen

Na het verwijderen van de katheter kan het plassen branderig aanvoelen. De plasstraal kan in het begin sproeiend zijn of wat meer naar voren gericht. Dit verbetert zodra de wonden genezen en de zwellingen afnemen.

Ontlasten

Het kan een paar dagen duren voordat de ontlasting weer op gang komt. Voorkom dat de ontlasting hard wordt: drink voldoende (min. 1,5 liter) op een dag en eet vezelrijk. Als dat onvoldoende helpt om de ontlasting zacht te houden, kunt u via de huisarts een recept voor extra vezels krijgen.

Seksualiteit

Seksualiteit blijft voor velen na de vagina- of vulvaplastiek belangrijk. Als uw vagina voldoende is hersteld, is seks en penetratie mogelijk. De meeste mensen kunnen na een vagina- of vulvaplastiek seksuele opwinding ervaren; 80% kan een orgasme bereiken. Vragen over de mogelijkheden van uw vagina of vulva, bijvoorbeeld over penetratie of de gevoeligheid, kunt u bespreken met uw plastisch chirurg. Let op: met een vulvaplastiek is geen penetratie mogelijk.

Hormonen herstarten

In principe bent u in de periode rond uw operatie gewoon doorgegaan met het innemen van hormonen. Bent u wel tijdelijk gestopt, dan kunt u zodra u weer in beweging bent weer doorgaan met de oestrogenen. De dosis is gelijk aan die van voor de operatie. De testosteronremmer hoeft u niet meer in te nemen.

Drie maanden na de operatie ziet de endocrinoloog u graag terug om de hormoonspiegels in uw bloed te controleren. Mocht u geen oproep krijgen, maakt u dan zelf een afspraak met de endocrinoloog.

Nog even alles terugkijken

Eindresultaat

Pas na een half jaar is het eindresultaat zichtbaar. Volledige genezing kost tijd. De zwelling en verkleuringen trekken langzaam weg. De vagina vormt zich na de operatie op natuurlijke wijze en past zich aan naar uw lichaamsbouw. Zo bepaalt bijvoorbeeld de kleur van de balzak en de hoeveelheid vetweefsel hoe de vagina eruit komt te zien.

Ook de aanmaak van littekenweefsel verschilt per persoon, huidtype en operatietechniek. Iedereen en iedere huid geneest op zijn eigen manier. Bij mensen met overgewicht en mensen die roken genezen littekens minder fraai dan bij gezonde niet-rokers. Mogelijk kan minimaal een jaar na de operatie het litteken gecorrigeerd worden.

Het eindresultaat pakt bij iedereen weer anders uit; u kunt dus vooraf geen verzoek doen over het uiterlijk van uw vagina.

Een goed resultaat is ook afhankelijk van uw eigen inzet. Samen bereiken we het best haalbare resultaat. Goede controle over uw bekkenbodemspieren is noodzakelijk, zodat plassen, ontlasten, dilateren en seksuele ervaringen beter zullen verlopen. Bovendien bevordert een goed ontspannen bekkenbodem de wondgenezing in het operatiegebied.

 Brochure Vaginaplastiek 

Vragen en contact

Als u na ontslag vragen heeft die te maken hebben met uw operatie, kunt u overdag bellen met de Gender ons (overdag) 088 - 891 00 19. Mailen kan ook info@genderclinic.nl. U kunt ook een bericht sturen via het patiëntenportaal.

Neem contact opPatiëntenportaal

+31(0)88 - 8910019
chirurgie@genderclinic.nl
Patiëntenportaal
English